In 1966 verschenen drie boeken van Raoul Chapkis: De reizen van Pater Key, Zes dagen onbedachtzaamheid kan maken dat men eeuwig schreit en Ik sta op m’n hoofd. Deze geniale meesterwerken hebben ons koninkrijk ingrijpend veranderd en het is dan ook geen wonder dat geen enkel ander land ze heeft durven vertalen.
Een week voor hij de Anne Frank-prijs in ontvangst zou nemen, is Chapkis onder verdachte omstandigheden verdronken toen het laatste veer bij Culemborg was vertrokken, en hij de Lek zwemmend Wilde oversteken.
Zijn vriend Piet Grijs stond toevallig op de dijk, hij begroef Chapkis in een uiterwaard, streek de literaire prijs op, zorgt nu voor Raouls vrouw en huis, en publiceert diens letterkundige nalatenschap in wekelijkse afleveringen in Vrij Nederland. Een selectie van deze Grijs-kolommen wordt u in dit boek aangeboden.