Marion Bloem werd geboren op 24 augustus 1952 te Arnhem als kind van Indische ouders. Haar jeugd werd gekleurd door de verhalen die haar familieleden (vader, opa, oma en verschillende ooms) haar vertelden over hun vaderland Indonesië. Deze vertellingen boeiden haar als klein meisje zo dat ze liever luisterde dan las.
Dat de auteur een voorliefde heeft voor vertellingen en voordrachten blijkt wel uit het feit dat ze een groot aantal kinderboeken én -films op haar naam heeft staan (de respectievelijke debuten uit 1977 zijn Waar schuil je als het regent en Feest). De verhalen hebben echter zijn uitwerking op Bloems héle literaire oeuvre. In haar romans is vaak sprake van een familiegeschiedenis die via mondelinge overlevering van de ene op de andere generatie overgaat; bijvoorbeeld in haar bestsellende debuutroman Geen gewoon Indisch meisje uit 1983, of Vaders van betekenis uit 1989.
Haar recentste boeken zijn Een teken van leven. Over rouw en alles wat de dood behelst en Indo. Een persoonlijke geschiedenis over identiteit.
Op ander gebied, met name de film, zit ze ook niet stil: in hetzelfde jaar als haar romandebuut, verschijnt Het land van mijn ouders, wat als een document bedoeld is, een standbeeld voor al die Indischen die voor een vaderland vochten dat ze niet kenden, en die zich hier in Nederland onbegrepen voelden. Deze film kreeg wekenlang uitverkochte zalen, wat voor een documentaire in Nederland opmerkelijk is. In het najaar van 2008 wist zij alle ogen op zich gericht met de verfilming van haar roman Ver van familie.
Als Bloem niet filmt of schrijft, of op reis is (hoewel ze altijd op reis schrijft, tekent en ook wel eens filmt), aquarelleert, etst of schildert ze met olieverf op doek (ze maakt de omslagen voor haar boeken zelf). Verder exposeert ze met haar kunstwerken in verscheidene galeries.
Terugkerende thema’s in het werk van Marion Bloem, zowel in haar films en boeken als schilderijen en etswerk zijn erotiek, intimiteit, passie, het zoeken naar intensiteit in vriendschappen, liefde, kunst en familiebanden en het zoeken naar een balans tussen behoud van identiteit en aanpassen.
“Na meer dan zes korte speelfilms, twee lange documentaires en meer dan twintig televisieprogramma’s gemaakt te hebben weet ik dat naast de uitdaging van het medium ook de samenwerking met anderen is wat mij aantrekt. Het schrijven echter, een eenzaam zwoegen, is iets wat voor mij broodnodig is, belangrijker dan eten en drinken, net als reizen voor mij tot de primaire behoeftes behoort. Mij uitdrukken via penseel, potlood, etsnaald, en het werken met kleuren, dat alles ligt voor mij in het verlengde van schrijven. In alle disciplines staat voor mij bovenaan: het uitdrukken van wat er in mij leeft met de daartoe meest geschikte middelen.”