Wat deed ik daar

Tsead Bruinja

Wat deed ik daar is een bundel over ontgoocheling door een wereld die zorgt voor stramme weiden en gekneusde slootjes en een bundel vol betovering door de liefde, zonder wie het anders naakt zijn is. Maar het is ook een bundel met een neoarchaïsche ode aan Huizinga’s Herfsttij der Middeleeuwen en poëzie waarin Tsead Bruinja zich afvraagt waarover potvissen zouden roddelen als ze plaatsnamen in het Parlement van de Noordzee. Hier is een tobberige homo ludens van middelbare leeftijd aan het woord die uiteindelijk droomt dat:

de kinderen met de kinderen langskomen

en er een paar klompjes

bij de achterdeur op de mat

worden uitgeschopt