Klein Gloria en andere gedichten

C.O. Jellema

Klein Gloria

Zijn naam gaf Hij weg aan de doven,
hoewel zij die niet verstaan,
dat zij zonder hapering geloven
in ’t neuriën van de maan.

Zijn blik gewerd de blinden
dat is: niets-ziend verwonderd zijn
om het herhaaldelijk vinden
en ’t ongemerkt gevonden zijn.

En jij, zijn wij niet samen
nog blinder, dover? – Amen.