Zomer 1936. Janna, een jonge Nederlandse schermster, gaat in de leer bij maître Egon von Bötticher. Deze huzaar, verbitterd door de Eerste Wereldoorlog, slijt zijn dagen op een verlaten landgoed bij Aken, waar hij lesgeeft aan een ijdele tweeling en bloedige duels voor studenten organiseert. Geïntrigeerd door haar ontoeschietelijke maître, gaat Janna op onderzoek uit en stuit op raadsels uit het verleden van hem en haar vader. Dan dringt de buitenwereld het landgoed binnen en komt het tot een dramatische ontknoping.