Een omvangrijke, nieuwe bundel van Leo Vroman, die in een inleiding het boek aldus toelicht: ‘Niemand is volmaakt, zodat iedereen wel iets dierbaars of aandoenlijks heeft, dus ik graag ook. Echt, ik vind zelfs dat mijn eigen gebreken iets vertederends horen te hebben. Daar, dus. Dit boek is een soort dagboek van gedichten, de gedichten die ik de afgelopen twee jaar schreef. Een selectie van de beste gedichten uit die jaren zou iets zijn als een oneerlijke autobiografie waaruit de schrijver heilig tracht op te stijgen en schijnheilig neerstort. Hier ben ik dus, naakt maar niet al te onsmakelijk. Warme groeten voor iedereen, Leo’