Bestekken

Hellema

Tijdens een reis door Canada die Hellema in 1988 maakte en waarvan hij in dit boek in het verhaal ‘Algonquin Park’ verslag doet, werd hij enkele malen onontkoombaar met zichzelf en met Europa geconfronteerd. Ook tijdens zijn jaren in de Twentse textielindustrie bleken – toen hij daarvan in 1986 het bestek opmaakte – de confrontaties legio te zijn geweest. Maar wat – en dat is de vraag die Hellema zich stelde en die hij met dit boek probeert te beantwoorden – is er in feite in zijn geheugen blijven hangen uit de tijd dat de ‘geschiedenis van Europa doormidden brak’.
Hij maakt gebruik van een aantal plaatsnamen die – gesitueerd in de periode van zijn herinneringen – beelden en gedachten oproepen; de keuze van die plaatsnamen werd associatief bepaald door de gebeurtenissen die in de verhalen ‘Twente’ en ‘Algonquin Park’ worden verteld. En dan blijkt het anekdotische en het fragmentarische van wat hem in eerste aanleg in gedachten komt.
Hellema heeft de moed om dit onopgesmukt aan de lezer aan te bieden. Want, zegt hij, ‘het gaat ons niet om een reconstructie van wat er gebeurd is. Daarvoor is het te laat.’