In 1941, vijf jaar na de dood van J. Slauerhoff, verschenen zijn Verzamelde gedichten, samengesteld door de jonge letterkundige Kees Lekkerkerker. Zijn Verzamelde gedichten beleefden bijna tachtig jaar lang, vrijwel onveranderd, herdruk op herdruk – ondanks het feit dat er inmiddels flink wat onbekende gedichten waren opgedoken.
In deze volledig herziene leeseditie van de Verzamelde gedichten is alle poëzie van Slauerhoff voor het eerst in de juiste volgorde samengebracht. Alle door hem gebundelde en verspreid gepubliceerde gedichten en alle later in de nalatenschap aangetroffen poëzie zijn aangevuld met circa honderd niet eerder in de Verzamelde gedichten opgenomen verzen, waaronder Slauerhoffs studenten poëzie, vertalingen, en gewraakte spotverzen. Uit Verzamelde gedichten blijkt wederom dat Slauerhoff de grootste dichter van zijn generatie was.
Bezorgd door Hein Aalders en Menno Voskuil.
Over Slauerhoff:
‘Slauerhoff doet je begrijpen dat het niet uitmaakt of je in het zand schrijft, als een bedelmonnik door het land trekt, of op een vrouw wacht die niet bestaat, zolang je je eigen leven maar niet verkwist.’ – Arnon Grunberg
‘Slauerhoff leeft overal en in alle tijden tegelijk.’ – W. F. Hermans
‘Een ras-kunstenaar, een groots-onbekommerde om de betweterij van schoolmeesters en farizeeërs, een der weinigen waarin de Hollandse poëzie haar eigen voortreffelijkheid met achteloze grootheid overtreft.’ – H. Marsman