Minne Sielker, alleenstaande moeder en eigenaresse van een kapsalon, heeft een moeizame maar liefdevolle band met haar grofgebekte, zwaarlijvige en hypochondrische stiefvader. Zijn liefde voor het leven lijkt voornamelijk door de maag te gaan, totdat hij keelkanker krijgt en weet dat hij gaat sterven. Vanaf dat moment sluit hij de wereld buiten en weigert en saboteert iedere vorm van hulp. Minne doet verwoede pogingen om hem tot steun te zijn in de laatste fase van zijn leven, al lijkt dit een onmogelijke opgave.
De dood van een hypochonder is een tragikomische roman over de vraag wanneer je als kind recht hebt op de liefde van een ouder. Heb je als kind het recht grenzen te stellen aan de betekenis ‘onvoorwaardelijke ouderliefde’?