In 1938 wordt een veenlijk – een vermoorde soldaat uit 1864 – gevonden in het vroegere grensgebied tussen Denemarken en Duitsland. Deskundigen onderzoeken in het uitgestrekte veen de omstandigheden waaronder de soldaat is gestorven, maar het onderzoek levert meer vragen op dan antwoorden. Als een van de experts ook nog op mysterieuze wijze verdwijnt, is het raadsel compleet.
Ruim zestig jaar later krijgt Esmé, die als schoonmaakster werkt op de historische faculteit van Kopenhagen, een map onder ogen met documenten over het onopgeloste misdrijf. Ze neemt het materiaal mee naar huis en verdiept zich in de feiten. Nieuwsgierig geworden door de inhoud reist Esmé naar het zuiden van Denemarken. Het is niet alleen een zoektocht naar het verleden, maar ook een poging weer toegang te krijgen tot haar eigen herinneringen.