Op weg naar huis in het zuiden van Zweden weet de 69-jarige advocaat Gustaf Torstensson ternauwernood te stoppen voor een man die midden op de weg vastgebonden zit op een stoel. Als Torstensson uit zijn auto stapt, krijgt hij een dodelijke slag op het achterhoofd.
Op datzelfde moment loopt inspecteur Kurt Wallander over een Deens strand. Hij is moe en depressief, en overweegt zijn ontslag in te dienen. Maar de moord op Torstensson, gevolgd door de moord op diens zoon en collega Sten, met wie Wallander bevriend is, doet hem van gedachten veranderen.
Al snel belandt hij in een wespennest van fraude en illegale handel in menselijke organen. Zijn tegenstander is een zakenman zonder scrupules.