Maurits Robbers wordt dood aangetroffen in een sloot nabij de snelweg en de afslag naar Dunder. Is hij het slachtoffer geworden van een verkeersongeval? Van de automobilist die het dodelijke ongeluk kan hebben veroorzaakt, ontbreekt ieder spoor. Het is zelfs mogelijk dat Robbers het doelwit is geweest van een aanslag. Maar waarom dan?
Op slag dient zich een lange rij verdachten aan, allen afkomstig uit de directe omgeving.
Dwars door dit gezelschap sinistere personages heen loopt telkens het meisje Lisa. Zij beschikt over merkwaardige talent steeds op de plekken des onheils te belanden. Vaadig en met veel gevoel voor suspense haalt Corine Kisling in haar roman, die zowel een thriller als een zedenschets is, langzaam het snoer aan waarin zij haar romanfiguren (en de lezer!) gevangen houdt. De oplossing van de moord lijkt uiteindeljik eenvoudiger dan men had durven denken. Maar als niemand het meer verwacht, haalt Kisling nog één keer uit voor een opatheose die letterlijk naar adem doet snakken. “Als het erop aankomt zijn we allemaal gestoord. Is er maar één zandkorreltje nodig om het raderwerk van gedragscodes te laten knarsen. Allemaal op het randje van de waanzin. En soms stapt er eentje mis.’