‘Mij krijg je met geen stok naar een eiland,’ verklaarde Boudewijn Büch in 1981. Eilanden waren er volgens hem niet om op rond te lopen, maar om naar te verlangen. Hij was een boekenkastreiziger, die vol passie las over verafgelegen, verdwenen of verzonnen eilanden, om daar vervolgens tientallen columns, artikelen en boeken over te schrijven. In zijn verhalen gaat hij niet op zoek naar witte stranden en wuivende palmbomen, maar naar het eenzame eilandgevoel en naar de laatste overblijfselen van de dodo. Hij beschrijft zijn verwoede pogingen om op het minuscule Filfla te komen en doorkruist Fiji op zoek naar een vroeg gestorven prinses.
Eva Rovers bracht de mooiste en meest typerende eilandverhalen van Boudewijn Büch samen. De reis naar deze eilanden voert van de Kanaaleilanden tot de Pacific en van de Zuidpool via de Indische Oceaan weer terug naar Europa. Rond de wereld in 160 eilanden is een boek over (reis)dromen die werkelijkheid worden.