Leven is aardewerk. Dat is de belangrijkste notie van deze nieuwe bundel poëzie van Harmen Wind.
Hoewel we met illusies onze beperking niet overstijgen maar onderstrepen, hebben we juist aan onze aardsheid ons vermogen tot verbeelden te danken: wij maken concreet zichtbaar wat ons ontroert, onthutst, ontkomt, ontnuchtert, ontregelt of ontbreekt. Wij stellen het ons voor, brengen het op die manier binnen ons bereik en zetten het naar onze hand.
Voor de aardmens die hij is, betekent de ware levenskunst voor Wind: leven met beide benen, en soms met beide knieën, op de grond, met oog voor het kwetsbare. In de aandacht voor het detail staat steeds de poging centraal om echt contact te leggen. Met de omgeving, de ander en zichzelf.
Harmen Wind studeerde neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Aardewerk is zijn zesde dichtbundel bij De Arbeiderspers. Verder publiceerde hij twee romans: Het verzet in 2003 (bekroond met de Debutantenprijs) en Meesterschap in 2005.
[Wind] haalt meer dan eens het beste uit de klassieke poëtica naar boven. Bij al zijn nostalgie wordt hij nooit zeurderig, daarvoor heeft hij net te veel dartelheid en (wrange) humor in huis. Ook de stijlwisselingen (van behaagzuchtig anekdotisme tot modern staccato) behoeden zijn verzen voor monotonie. – Peter de Boer in Trouw