J. Eijkelboom

J. Eijkelboom (1926-2008) begon pas op latere leeftijd met dichten. Zijn debuut Wat blijft komt nooit terug leverde hem in 1979 meteen een breed publiek op, de bundel werd veelvuldig herdrukt. Daarna volgden in gestaag tempo De gouden man (1982), De wimpers van de dageraad (1987), Kippevleugels (1991), Hora incerta (1993), Het lied van de krekel (1996), Het arsenaal (2000), Heden voelen mijn voeten zich goed (2002) en Olifant met geheugenverlies (2005). In 2002 verscheen tevens de bloemlezing Tot zover. Behalve dichter was Eijkelboom ook vertaler, journalist, prozaschrijver en ereburger en stadsdichter van Dordrecht.