‘Het geheim van een geheimtaal’
Osso, snelle planga, lit, doekoe, stacks, fittie, stiffe patta’s, popo, tori, loesoe, tata, faka, gaat ham, djoenen, mattie, lavve nu, scorro, derm, fissa… Je weet tôggg! Of niet?
Begin eenentwintigste eeuw was Nederland in de ban van een mysterieus fenomeen dat ons taallandschap voor altijd zou veranderen. Jongeren leken het Nederlands massaal in te ruilen voor een geheimzinnig taalgebruik dat al snel de naam straattaal kreeg. Paniek, paniek, paniek! Velen vreesden verarming en verloedering van onze geliefde taal.
Maar wat is straattaal eigenlijk? Hoe verhoudt deze zich tot de standaard? Varieert straattaal per cultuur en tijdsgewricht? Wie ontwikkelt, spreekt en verandert haar? Waarom eigenlijk? Welke groepstalen spreken wij zelf? Wat zegt deze taal over ons? En welk taalgebruik heeft de toekomst?
Jiska Duurkoop vertelt in Straatpraat het verhaal van de eigenzinnigste en meest onbegrepen geheimtaal van Nederland. Wetenschappers en straattaalsprekers geven samen een uniek kijkje in de ziel van straattaal.