‘In de richting die hij ons aanwees was alleen maar nacht, zoals overal trouwens, een enorme nacht.’ Antiheld Bardamu onderneemt een zinloze tocht door een wereld die stukgeslagen is door de Eerste Wereldoorlog. Hij wordt geconfronteerd met het absurdisme van de loopgraven, met het egocentrisme van de Franse kolonisten in Noord-Afrika en wordt opgeslokt door de diepste eenzaamheid van New York. Zelfs zijn dienstbare beroep als arts biedt hem, eenmaal terug in Parijs, geen heil.
Reis naar het einde van de nacht (nota bene een debuut) heeft bijna negentig jaar na verschijnen niets van zijn duistere felheid en cynisme verloren. Het is een huiveringwekkende reis in Céline’s ‘emotieve metro’ door de krochten van onze maatschappij. Het uitzicht is hypnotiserend. De aanklacht is onverminderd fel.