Die taal, die weet wat

Over wat kan en niet kan in het Nederlands

Jan Stroop

Waarom staat er ineens een spatie tussen ‘Rijks’ en ‘museum’?
Waarom zeggen we om de haverklap ‘Klopt!’? En wat is er
mis met de taal van het journaal?

Jan Stroop geeft antwoord, behalve dan op de vraag waarom
we wel ‘lol’ kunnen hebben maar geen ‘lool’. Hij speurt naar
de herkomst van woorden en uitdrukkingen die we dagelijks
horen en gebruiken, en laat het verschil zien tussen taalgevoel
en taaldecreet.
Dit prikkelende, informatieve boek zet
de lezer aan het denken over de taal van kranten, radio en tv,
over dialect, Verkavelingsvlaams en abn, en over de onzin
van het onderscheid tussen ‘hen’ en ‘hun’. Stroop schrijft
niemand de wet voor, want, zo wil zijn lijfspreuk: ‘Wat niet
kan, kun je niet zeggen en wat je kunt zeggen, dat kan dus
gewoon.’ Oordelen over wat mág en wat correct is, laat hij
graag aan anderen over.