Wie niet groot is moet slim zijn. Of in ieder geval een beetje creatief met de regels omgaan, want anders kom je nergens. Dat weten de hoofdpersonen in de verhalen en gedichten van Annie M.G. Schmidt maar al te goed. Floddertje maakt handig gebruik van een schildersladder als ze is opgesloten in haar kamer, Prélientje overwint haar verlegenheid en temt drie woeste leeuwen, en het kleine meisje Pietepeut vangt zingend het beest met de achternaam (en wordt en passant koningin). Zelfs een kleine kakkerlak kan iets geweldigs meemaken als Schmidt zich over hem ontfermt. Al die kleine helden zijn bij elkaar gebracht in deze niet heel grote maar wel heel erg mooie voorleesbundel.
Met illustraties van Fiep Westendorp en vele anderen.