Door eenen spiegel

C.O. Jellema

Kwamen in Jellema’s dichtbundel De toren van Snelson al tweeëntwintig sonnetten voor, in Door eenen spiegel is dat aantal gegroeid tot negenendertig – zodat er voor andere gedichten geen plaats meer is. Heeft Jellema in zijn zesde bundel definitief zijn vorm gevonden? Zeker is, dat het sonnet geknipt lijkt te zijn voor het soort poëzie dat Jellema schrijft: steeds een punt van evenwicht zoekend tussen twee uitersten, van inhoud zowel als van vorm – verstand en gevoel, zoetvloeiendheid en pittige bondigheid.