De Marokkaanse Mina groeide op in een wereld vol taboes, waar uiterlijke schijn belangrijker was dan de liefde van een moeder voor haar kind. Mina hunkerde naar warmte en erkenning, en kreeg het bijna allemaal: een man, een goede baan en een huis in een prestigieuze buurt. Maar na hun vakantie in New York wordt ze verlaten door haar vriend, moet ze verhuizen naar een kleine woning, en stort ze op haar werk in. Ze voelt zich verstoten, uit zowel de westerse samenleving, als uit de allochtone gemeenschap waarin ze is opgegroeid. Om de leegte en de voortdurende eenzaamheid van haar nieuwe bestaan achter zich te laten, gooit ze zich op de lichamelijke liefde en verliest zich in het grootste verbod: haar passie voor een joodse man. Gedreven door angst besluit ze het lot naar zich toe te trekken en dat te doen wat ze al die tijd heeft nagelaten.