In deze derde bundel van Lucas Hirsch belanden we met de poten in de modder. Dolhuis handelt over een land en een geestelijk klimaat in crisis. Een bundel als een vuistslag, maar dan met een fluwelen handschoen. De gedichten zijn beurtelings grof, teder, hard, sensueel, genuanceerd, lomp, geëngageerd en nog veel meer. Waar Hirsch’ tweede bundel Tastzin handelde over een persoonlijke en innerlijke identiteitscrisis, gaat Dolhuis over een identiteitscrisis van de mens in zijn omgeving. De bundel is als een spiegel van de huidige maatschappij.