In het jaar waarin hij tachtig wordt, vertelt Nederlands meest kosmopolitische filmmaker George Sluizer (Parijs, 1932) vrijuit over zijn avontuurlijke leven en zijn passie voor film.
George Sluizer kreeg les van Jean Renoir en leerde het vak van Bert Haanstra. Hij at uit vuilnisbakken en bietste geld van de maffia om te kunnen filmen. Hij maakte deel uit van de Nederlandse skiploeg en trok met sleehonden door Groenland, filmde op de toendra’s van Siberië en in het regenwoud van het Amazonegebied.
Joris Ivens benoemde hem tot erfgenaam en Antonioni vroeg hem als rechterhand. Hij ontmoette John F. Kennedy, kreeg het inwonerschap van Brazilië en werd ereburger van Palestina. Hij bedankte voor Schindler’s List, vocht met Klaus Kinski en was chauffeur van Mick Jagger. Hij ontving prijzen en doodsbedreigingen, ontdekte Johanna ter Steege en raakte Nastassja Kinski kwijt aan Roman Polanski. Hij maakte de thriller die Stanley Kubrick jaloers maakte en de film die door de dood van River Phoenix onvoltooid moest blijven.