Hoe kom je in de hel? Vlak bij de supermarkt staat de bus, al wekt het verhaal van de chauffeur de indruk dat hij bij een eerdere gelegenheid verongelukt is. In de hel ligt Voorburg of Voorborgh, een onaantrekkelijk mijnstadje waar het altijd sneeuwt en waar het grauwe dagelijks leven slechts wordt onderbroken door duistere machinaties van diverse facties. Behalve de plaatsnaam herinnert er niet veel aan de hel: zo nu en dan een invalide met een afgeknotte vlerk, die nog aan de grote slag om Yperen heeft deelgenomen; ook zijn er excursies naar de helse kringen, maar daar blijken de martelingen in onbruik te zijn geraakt. Zelfs wordt een begin gemaakt met het verlossen van in beton gegotenen om medestanders te vinden in revanche-gedachten jegens de hemel. Maar als de hoofdpersoon na een verwarrende reis is aangekomen in het hotel waar God verblijft, blijken de vroegere vijanden in een naburig rusthuis te zitten.
Inferno is ook een boek waarin de hoofdpersoon de helse, hemelse en in het algemeen religieuze bestanddelen van zijn eigen ziel op ongedwongen wijze de revue kan zien passeren. Wanneer de hoofdpersoon aan het verstilde slot van de roman afscheid neemt van God, doet hij dan ook tevens uitgeleide aan zichzelf. De rest is stilte.